Word Innovation Partner!

Om te zorgen dat zoveel mogelijk ontwerpers in aanraking komen met duurzame materiaaloplossingen voor de gebouwde en ingerichte omgeving, biedt MaterialDistrict zowel grote als kleine bedrijven die duurzame (materiaal)innovaties hebben ontwikkeld de kans zich extra te profileren tijdens MaterialDistrict Utrecht 2025, (Werkspoorkathedraal, Utrecht) door mee te doen als Innovation Partner.

Veel van onze exposanten hebben duurzaamheid al een belangrijk speerpunt gemaakt van hun toekomstvisie en voor sommigen is het nu al de dagelijkse praktijk. We willen deze positieve ontwikkeling ten volste ondersteunen door duurzame materiaalinnovaties zo snel mogelijk via ons platform hun weg te laten vinden naar de voorschrijvende markt.

Materiaalfabrikanten, -ontwerpers en -kennisinstellingen die op de gebieden Circulariteit, Wellbeing en/of Energietransitie (materiaal)innovaties hebben ontwikkeld, kunnen een aanvraag doen om Innovation Partner te worden van MaterialDistrict Utrecht. Innovation Partners worden extra exposuremogelijkheden op de beursvloer geboden.

Innovation Partners die ook start-up zijn (max. 5 jaar geleden opgericht), kunnen tot 75% subsidie krijgen op hun beursdeelname, met een maximum van € 3.500,-. Een onafhankelijk adviescomité beoordeelt de aangedragen Innovation Partners.

Op deze pagina kun je lezen op welke criteria aanvragen worden beoordeeld. Interesse om Innovation Partner van MaterialDistrict Utrecht te worden? Neem dan contact op met:

Jeroen van Oostveen
Telefoon: +31 (0)20 71 30 641
E-mail: jeroen@materialdistrict.com

Inleiding

Nederland is in 2050 volledig circulair. Dat staat in Rijksbrede programma Nederland Circulair in 2050 van het kabinet Rutte II dat in september 2016 werd gepresenteerd. Het ‘Take, Make, Waste’-model van de lineaire economie zorgt voor veel milieuproblemen, van klimaatverandering tot plastic soep in de oceanen. Daarom moet dit model worden omgevormd naar het ‘Make, Use, Return’-model voor een circulaire economie.

Ook MaterialDistrict heeft duurzaamheid hoog in het vaandel. Omdat alles binnen de ruimtelijke vormgeving is gemaakt van materialen, is er op dit gebied veel winst te behalen door over te stappen op duurzame materialen. Maar wat is een duurzaam materiaal?

Om het overkoepelende concept duurzaamheid beter behapbaar te maken, hebben wij het opgedeeld in drie hoofdthema’s: Energietransitie, Circulariteit en Wellbeing. Hieronder wordt elk van de thema’s uitgewerkt.

Energietransitie

Het grootste deel van de wereldeconomie, zo’n 80%, draait nog steeds op fossiele brandstoffen. Door steenkool, aardolie en aardgas te verbranden, komt er CO2 vrij, dat bijdraagt aan klimaatverandering. Bovendien zijn fossiele brandstoffen eindig; hoewel de meningen verdeeld zijn over hoe lang er nog fossiele brandstoffen zullen zijn, zijn de relatief makkelijk bereikbare voorraden aardolie en aardgas zeer waarschijnlijk over 50 jaar op. Het is dus cruciaal om alternatieve, hernieuwbare energiebronnen te gaan gebruiken, om klimaatverandering tegen te gaan en een energiecrisis te voorkomen.

Halverwege 2019 heeft het kabinet het Klimaatakkoord gepresenteerd waarin meer dan 600 afspraken staan om de uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan. Zo moet in 2030 70% van alle elektriciteit uit hernieuwbare bronnen komen, en moeten er in 2050 7 miljoen woningen van het aardgas af zijn.

Materialen kunnen bijdragen aan de energietransitie. We onderscheiden twee typen: energie besparende materialen en smart materials.

Bij materialen die energie besparen kun je bijvoorbeeld denken aan isolatiemateriaal, en dan het liefst duurzame materialen, zoals biobased of recyclede materialen (zie ‘Circulariteit’).

Daarnaast zijn er smart materials, speciaal ontworpen materialen die één of meer eigenschappen hebben die kunnen veranderen op een gecontroleerde manier door externe stimuli, zoals trekspanning, vocht, elektriciteit en licht. Deze verandering is omkeerbaar en kan worden herhaald. Smart materials vallen onder energie omdat ze in veel gevallen energie kostende complexe apparatuur kunnen vervangen, minder tot geen energie gebruiken en in sommige gevallen zelfs energie opwekken, zoals materialen met geïntegreerde zonnecellen.

Circulariteit

De behoefte aan grondstoffen neemt wereldwijd toe. Tegelijkertijd verspillen we nog veel materiaal, waarmee onnodig waarde verloren gaat, het milieu wordt vervuild en het klimaat veranderd.

Uit het eerder genoemde programma Nederland Circulair in 2050 vloeide in 2017 het Nationaal Grondstoffenakkoord, een akkoord tussen overheden, bedrijven, vakbonden, natuur- en milieuorganisaties, kennisinstituten, financiële instellingen en andere maatschappelijke organisaties om de transitie naar de circulaire economie mogelijk te maken. Inmiddels hebben ruim 330 bedrijven en organisaties het Grondstoffenakkoord ondertekend.

De term circulariteit verwijst naar het (het liefst oneindig) hergebruiken van grondstoffen. Binnen dit thema onderscheiden we twee takken: de biocycle en de technocycle.

Onder de biocycle verstaan we biobased materialen, oftewel materialen gemaakt van natuurlijke, levende bronnen. Deze bronnen kunnen plantaardig of dierlijk zijn, maar hebben met elkaar gemeen dat ze hernieuwbaar zijn en zichzelf dus weer aanvullen. Hout en wol zijn voorbeelden van dit soort materialen. Binnen het thema circulariteit zoeken we idealiter naar biobased materialen gemaakt van zowel groene materialen als reststromen daarvan, zoals koffiedik, chitine (gewonnen uit schaaldieren), of mycelium (het sporensysteem van paddenstoelen dat groeit op o.a. agrarisch afval). Bioplastic, al dan niet biologisch afbreekbaar, valt ook in deze categorie. Biotechnologie is ook een belangrijk onderdeel van de biocycle. Hiermee wordt het inzetten of manipuleren van biologische processen bedoeld, waarmee bijvoorbeeld materialen kunnen worden gemaakt of juist opgeruimd, zoals paddenstoelen of bacteriën die plastic eten. Voorbeelden van biotech materialen zijn mycelium ‘leer’, synthetisch spinrag, en SCOBY (een symbiose van micro-organismen in de vorm van een dikke gelatineachtige membraan).

Onder de term technocycle vallen ‘technische’ materialen, oftewel materialen van niet-organische oorsprong die moeten worden bewerkt of gemaakt voor gebruik, zoals (petrochemisch) plastic, metaal, beton en glas. Dit zijn allemaal eindige grondstoffen en worden dus niet hernieuwd. Meer nog dan bij materialen uit de biocycle is het belangrijk dat deze grondstoffen zorgvuldig en zo lang mogelijk worden gebruikt en hun waarde behouden (al is dat natuurlijk ook de bedoeling met biobased materialen). Materialen die nu nog op de vuilstort of zelfs in het milieu belanden moeten worden hergebruikt en dan het liefst geupcycled, waarbij ze eenzelfde of betere waarde krijgen dan in hun eerste leven.

Wellbeing

Hoewel we nog nooit zoveel ziektes en aandoeningen hebben kunnen bestrijden of verlichten, gaat de volksgezondheid achteruit. We zijn meer binnen en krijgen dus minder zonlicht, bewegen minder doordat we meer zitten, werken langer, staren de hele dag naar een scherm, worden blootgesteld aan vervuilde lucht gevuld met stank, stik- en fijnstof, etc. Depressie, overgewicht, en stress vieren hoogtij. Daarom staat gezondheid in de bebouwde omgeving de laatste jaren in het spotlicht.

De term wellbeing wordt in de breedste zin van het woord gebruikt. Wat kunnen materialen daaraan bijdragen? We worden vooral ziek van onnatuurlijke materialen zoals kunststoffen, verf en lijm, die vaak vluchtige organische stoffen (VOS) bevatten, stoffen die schadelijke effecten op het milieu en de mens hebben.

Voor een gezonde leefomgeving is het gebruik van zoveel mogelijk natuurlijke materialen belangrijk. Veel groen heeft een rustgevend effect. Andere voorbeelden zijn materialen die ademend zijn, antibacterieel, warmte- of vochtregulerend, akoestisch, materialen die de lucht filteren, of materialen die gewoon mooi of kunstzinnig zijn, en zodoende goed zijn voor het algemene welzijn. En niet alleen het interieur is belangrijk, ook bouwmaterialen dragen bij aan een gezondere leefomgeving. Materiaal als CLT (Cross-Laminated Timber), NUR-HOLZ (houtbouwsysteem zonder lijm of nagels), beton zonder cement en stro zijn voorbeelden van dit soort materialen.

Aanmelden

Interesse om Innovation Partner van MaterialDistrict Utrecht te worden? Druk op onderstaande knop voor de deelnamemogelijkheden of neem contact op met Jeroen van Oostveen (jeroen@materialdistrict.com / (0)20 71 30 641)